Calamiteitenplan

Analyse en normering routes

Bij evenementen op het Almeerderstrand (en in de rest van Almere) is een Veiligheidsplan altijd onderdeel van een vergunningsaanvraag. Onderdeel van dit veiligheidsplan is een Calamiteitenplan dat door organisatoren in samenwerking met de relevante stakeholders wordt opgesteld. Het Calamiteitenplan gaat in op verschillende scenario’s, taken en verantwoordelijkheden in het geval van een calamiteit. Onderdeel hiervan is ook de bereikbaarheid voor hulp- en nooddiensten en evacuatieroutes voor het publiek. Voor dit bereikbaarheidsvraagstuk bij mogelijke calamiteiten is voor de gemeente Almere een basis ontwikkeld dat de komende jaren gebruikt kan worden bij de vergunningaanvraag voor evenementen op het evenementengedeelte.

Deze basis voor de bereikbaarheid bij calamiteiten gaat in op de volgende hoofdonderwerpen:

  1. Aan- en afrijroutes voor hulpdiensten (routes, inrichting en ruimte, kwaliteit en eisen);

  2. Routes voor ontruiming (capaciteit tunnels en bruggen, crowdmanagement, kwaliteit en inrichting routes);

  3. Taken- en verantwoordelijkheden (balans tussen gemeente en organisator).

In 2018 is er door het Kenniscentrum Evenementenveiligheid (KCEV) in opdracht van de gemeente Almere de ruimtelijke situatie van het zuidelijk deel van het Almeerderstrand in kaart gebracht (‘Ruimtelijke situatie Manifestatieterrein Almeerderstrand, eindrapport, 16 januari 2018'). Voorliggende analyse is een verdere verdieping op basis van het KCEV-onderzoek uit 2018.

Nood- en hulpdiensten

Bij evenementen moeten hulpdiensten via minstens twee verschillende routes het Almeerderstrand kunnen bereiken. Voor evenementen op beide stranden is de Poortdreef de belangrijkste aanrijroute. Vanaf de Poortdreef zijn er de volgende routes:

  • Het Almeerderstrand is te bereiken via de Muiderzandweg en Duinvalleiweg. De route via de Duinvlietstraat is door de ontwikkeling van het Muiderbos en de dijkreconstructie niet langer geschikt als route.

  • Het Evenementenstand is te bereiken via de Muiderzandweg/Almeerderstrand en de route via het Zilverstrand aan de oostzijde van de A6.

Figuur 5-1: routes nood- en hulpdiensten
Eisen aan- en afrijroutes

De primaire route voor nood- en hulpdiensten naar het Almeerderstrand is via de Muiderzandweg/ Almeerderstrandweg. Hulpdienstvoertuigen hebben minimaal 3,0 meter verharding en 3,5 meter vrije ruimte nodig. De benodigde doorrijhoogte is minimaal 4,2 meter en de voertuigen moeten kunnen keren, bijvoorbeeld via een keerlus.

Om het Almeerderstrand vanaf het Zilverstrand te bereiken moeten nood- en hulpdiensten onder de A6 en het spoor door. Er zijn vanaf het Zilverstrand twee mogelijkheden om het Almeerderstrand te bereiken: de route onder de Hollandse Brug (doorgang 1) of via de meer noordoostelijk gelegen doorgang onder het spoor en de A6 (doorgang 2).

De route onder de Hollandse Brug (doorgang 1) is voldoende breed en hoog voor de nood- en hulpdiensten. Deze route moet goed worden aangesloten op de keerlus van de nieuwe Almeerderstrandweg. De route via het Zilverstrand is circa 4 meter breed en alleen geschikt voor calamiteiten en dus niet als reguliere route voor de op- en afbouw bij evenementen.

Met oog op de routes voor evacuatie ligt het voor de hand om doorgang 1 als route voor nood- en hulpdiensten te gebruiken. Dit zodat doorgang 2 kan worden gebruikt bij een evacuatie. Doorgang 3 heeft onvoldoende doorrijhoogte voor nood- en hulpdiensten en fungeert bovendien als primaire looproute voor bezoekers.

De brandweer heeft aangegeven dat het niet wenselijk is om dezelfde doorgang te gebruiken voor het inrijden van nood- en hulpdiensten en evacueren van bezoekers. Onder voorwaarden is dit echter wel mogelijk. Dit zal per specifieke situatie moeten worden besproken en is onder afhankelijk van beoogde loopstromen en de breedte van de verharding.

Aandachtspunt is de locatie voor K&R, taxi’s en touringcars op het parkeerterrein bij het Zilverstrand. Deze activiteiten mogen niet conflicteren met de nood- en hulpdiensten. Dit betekent dat de doorgangen over het terrein ten alle tijde vrij moeten zijn en niet geblokkeerd mogen worden.

De verwachting is dat de genoemde routes de komende jaren niet aan verandering onderhevig zijn.

Evacuatiecapaciteit

Om te beoordelen of er sprake is van een acceptabele doorstroombreedte worden de Levels of Service (LoS) van Fruin als uitgangspunt genomen. Deze theoretische benadering is een veelgebruikte methodiek om te beoordelen of er voldoende doorstroomcapaciteit aanwezig is voor voetgangers en is weergegeven in figuur 5-2. Bij het beoordelen van de evacuatiecapaciteit is gerekend met een norm van 82 personen per minuut per meter (LoS=E/F). Er is gekozen voor dit normgetal omdat bij een evacuatie het comfort van een voetganger minder meespeelt en het vooral van belang is om zo snel en veilig mogelijk te kunnen evacueren. Deze uitgangspunten zijn met de brandweer en gemeente afgestemd en sluiten ook aan bij de normgetallen van de veiligheidsregio Flevoland.

Na figuur 5-2 volgt een toelichting op de mogelijke evacuatieroutes en -capaciteit voor het Almeerderstrand.

Figuur 5-2: Level of Service van Fruin met normering

Zuidelijk deel Almeerderstrand

Het zuidelijk deel van het Almeerderstrand, bedoeld voor grote evenementen, ligt ingesloten tussen het IJmeer, het spoor en de IJmeerdijk. Er zijn vijf doorgangen om het evenementengedeelte te bereiken:

  1. Langs de vaargeul onder de Hollandse Brug;

  2. Onder het spoor en A6 tussen het Zilverstrand en Almeerderstrand;

  3. Onder het spoor tussen de IJmeerdijk en Oude Landweg;

  4. Strandopgang Almeerderstrand richting Muiderzandweg;

  5. Grens tussen zuidelijk deel en noordelijk deel Almeerderstrand.

De dijkreconstructie van de IJmeerdijk (2022-2023) raakt mogelijk de bereikbaarheid van doorgang nummer 3 en 4. Het is van belang dat de beschikbaarheid van deze doorgangen (ook i.r.t. de reguliere in- en uitstroom) ook tijdens de dijkreconstructie geborgd zijn. Dit zal de gemeente in overleg met de aannemer moeten organiseren. Indien doorgang 3 niet beschikbaar is, betekent dit dat de in- en uitstroom én evacuatie moet worden georganiseerd primair via doorgang 2.

Figuur 5-3: doorgangen zuidelijk deel Almeerderstrand

Doorgang 1, 2 en 3 zijn deels verhard door middel van een fietspad en/of rijbaan. De werkelijke doorgangen zijn echter breder. De breedte van de verharding is van belang omdat deze invloed heeft op de evacuatiecapaciteit van een doorgang. Een onverharde doorgang (bijvoorbeeld zand of groen) is logischerwijs minder geschikt als looproute dan een doorgang met verharde ondergrond. In tabel 5-1 zijn de verschillende doorgangen met hun verhardingsbreedtes en geschiktheid voor nood- en hulpdiensten en voor evacuaties weergegeven.

Table: CP-Calamiteitenplanversie05-1
  
Figuur 5-4: Doorgang 1 vanaf het Evenementenstrand
Beoordeling evacuatiecapaciteit

In de analyse is gerekend met het maximaal aantal bezoekers van 25.000 bezoekers per etmaal. Het KCEV heeft in 2018 aangegeven hoeveel meter nooduitgang nodig is om veilig te kunnen evacueren. In aanvulling op deze conclusie is in dit onderzoek een worstcasescenario bij evacuatie geanalyseerd. Dit scenario betreft een calamiteit (bijvoorbeeld ontploffing of calamiteit met de hoogspanningsmast) waardoor het terrein moet worden geëvacueerd. Het worstcasescenario gaat ervan uit dat 25.000 bezoekers geëvacueerd moeten worden via een beperkt aantal doorgangen, rekening houdend met de aanrijroutes voor nood- en hulpdiensten.

Het scenario en de beschikbaarheid van de doorgangen is weergegeven in navolgend figuur 5-5. De calamiteit zorgt er voor dat doorgang 3, 4 en 5 niet kunnen worden gebruikt als evacuatieroute. De nood- en hulpdiensten maken gebruik van doorgang 4 als primaire route en doorgang 1 of 2 als secundaire route. Doorgang 1 en 2 zijn in dit scenario tevens de enige evacuatieroutes. Hierbij merken we op dat het gedeeld gebruik van een doorgang door inrijdende nood- en hulpdiensten en evacuerend publiek niet de voorkeur heeft. Het is echter wel mogelijk en wordt bij voorbaat niet uitgesloten.

Figuur 5-5: Worstcasescenario: calamiteit nabij hoofdentree evenement

Op basis van het normgetal van LoS = E/F (82 pers./min./mtr) is de analyse van het worstcasescenario als volgt:

  • In de huidige situatie kost het 84 minuten om de 25.000 bezoekers door het verharde fietspad bij locatie 2 te evacueren;

  • Bij het tot 50% verharden van doorgang 2 neemt dit af tot 38 minuten;

  • Bij het volledig verharden van doorgang 2 (ca. 16 meter) neemt dit af tot 19 minuten.

Voorgaande analyse gaat uit van het volledig evacueren via doorgang 2. De nood- en hulpdiensten maken gebruik van doorgang 1 en 4. Daarnaast wordt geen evacuatiecapaciteit toegekend aan de onverharde bermen van doorgang 2. In de praktijk zal hier wel gebruik van worden gemaakt, maar is geen uitgangspunt bij een worstcasescenario. De gepresenteerde tijden zijn exclusief de reactietijden (pre-movement) en de tijd die het kost van het strand naar doorgang 2 en om vanaf doorgang 2 op een veilige locatie zoals het Zilverstrand te komen.

Bij een calamiteit elders op het Almeerderstrand (bijvoorbeeld tussen doorgang 1 en 2) zal de evacuatiecapaciteit toenemen omdat doorgang 3, 4 en 5 beschikbaar zijn.

De bevindingen van dit scenario zijn met de gemeente en Veiligheidsregio besproken. Het algemene gevoel van beide partijen is positief. Het KCEV refereert in haar rapport aan een in de branche gebruikelijke richtlijn van 8 minuten met betrekking tot de ontruimingstijd. Dit is aanzienlijk lager dan de gepresenteerde ontruimingstijden in voorgaande analyse. Het is echter niet de bedoeling bij elke calamiteit het gehele terrein direct te evacueren. Het uitgangspunt is dat er eerst binnen het festivalterrein wordt geëvacueerd. Pas daarna is er eventueel sprake van (gefaseerd) evacueren. Een overzichtelijke situatie en inrichting van het terrein (denk aan zichtlijnen) zijn van groot belang. Ook het wel of niet kunnen compartimenteren is van invloed op de ontruimingstijd. De inrichting zal per evenement verschillen. Het is aan de organisatoren hiervoor een voorstel te maken. De gemeente en Veiligheidsregio zullen hierin adviseren en het definitieve plan toetsen.

Noordelijk deel Almeerderstrand

Op het noordelijk deel van Almeerderstrand worden evenementen tot 5.000 bezoekers georganiseerd. De dijkreconstructie zorgt ervoor dat tot 2025 de aanrij- en evacuatieroutes beperkt zijn.

Het Almeerderstrand ligt ingesloten tussen het water, de IJmeerdijk, Marina en het zuidelijk deel van het Almeerderstrand. Er zijn twee doorgangen om het Almeerderstrand te bereiken, via de Muiderzandweg en via de Zeeduinweg. De dijkreconstructie van de IJmeerdijk (2022-2024) beperkt de komende jaren de evacuatiecapaciteit, waardoor het in deze jaren alleen mogelijk is naar het noorden of zuiden te evacueren. Het is van belang dat de beschikbaarheid van deze doorgangen (ook bij de reguliere in- en uitstroom) tijdens de dijkreconstructie geborgd zijn. Hiervoor hebben hulpdienstvoertuigen minimaal 3,0 meter verharding en 3,5 meter vrije ruimte nodig. De doorrijhoogte is minimaal 4,2 meter en de voertuigen moeten kunnen keren, bijvoorbeeld via een keerlus.

Voor beide routes kunnen de hulpdiensten gebruik maken van (een deel van) het fietspad langs de IJmeerdijk. Echter moet het laatste deel richting een calamiteit op het Almeerderstrand mogelijk over het strand of door de bosschages langs het fietspad gereden worden.

Beoordeling evacuatiecapaciteit

De noordelijke en zuidelijke doorgang zijn deels verhard door middel van een fietspad en/of rijbaan. De doorgangen zijn echter breder. De breedte van de verharding is van belang omdat het invloed heeft op de capaciteit van een doorgang. Een onverharde doorgang (bijvoorbeeld zand of groen) is logischerwijs minder geschikt als looproute dan een doorgang met verharde ondergrond.

Table: CP-Calamiteitenplanversie05-2
  

Bij een calamiteit die bij een van deze twee doorgangen plaatsvindt, en deze dus verspert, moeten de bezoekers via de andere doorgang mogelijk geëvacueerd worden. Hierbij zouden 5.000 mensen geëvacueerd moeten worden. Bij een breedte van 50 meter en een normgetal van 82 personen per meter per minuut, is er ca. 1,5 minuut nodig voor de evacuatie. Bij een breedte van 60 meter is de ontruimingstijd minder dan 1 minuut. Een kanttekening hierbij is wel dat de evacuatie via het strand gebeurt, en dus door het zand mogelijk langer duurt. Echter valt zelfs bij twee keer zo lang ontruimen de ontruimingstijd nog onder de in de branche gebruikelijke richtlijn van 8 minuten.

Nadat de dijkreconstructie gereed is, komt er ook over de gehele lengte van het Almeerderstrand een evacuatiedoorgang beschikbaar. Hiermee worden de ontruimingstijden nog korter.

Taak- en rolverdeling

Organisatoren zijn verantwoordelijk voor het opstellen van een Calamiteitenplan. Zij kunnen hiervoor gebruik maken van de basisinformatie uit dit rapport en dienen deze in overleg met gemeente, hulpdiensten en andere belanghebbenden aan te passen aan het betreffende evenement.

Het is aan de organisatoren om per evenement een calamiteitenplan uit te werken met daarin (o.a.) de aanrijroutes voor nood- en hulpdiensten, evacuatieroutes en overige maatregelen. Dit is afhankelijk van de terreininrichting, beoogd aantal bezoekers en de beschikbare routes voor hulpdiensten op dat moment. Gemeente en hulpdiensten zullen een advies geven op de conceptplannen en de definitieve plannen uiteindelijk toetsen. Organisatoren zijn daarnaast verantwoordelijk voor de begeleiding van eventuele evacuaties, al dan niet met ondersteuning van de (dan arriverende) nood- en hulpdiensten. Organisatoren moeten, mogelijk in samenwerking met de gemeente, afspraken maken met Staatsbosbeheer voor wat betreft de calamiteitenroute via het Zilverstrand.

De gemeente draagt zorg voor de inrichting van de routes in haar eigendom van en naar het Almeerderstrand. Deze routes dienen goed bereikbaar te zijn voor nood- en hulpdiensten via de routes die vooraf per evenement worden vastgesteld. De gemeente zal daarnaast zorgen voor nauwe afstemming van de bouwwerkzaamheden aan de IJmeerdijk, Duin en busbaan 490 in relatie tot de noodzakelijke beschikbaarheid van de routes rondom evenementen. Hierbij dient ook rekening te worden gehouden met de op- en afbouw.